Waarom zegt het ene dorp hoes en moes en het andere huus en muus? Waarom brouwen Zwollenaren hun r en wijkt het Vriezenveens zo sterk af van andere Twentse dialecten? In Overijssel kan het dialect per dorp of stad, en soms zelfs per stadswijk, hoorbaar verschillen. Spreken we dan wel dezelfde taal?
Voor veel mensen in Overijssel (en daarbuiten) is het dialect een autochtone taal die vaak ook de naam van de streek heeft: Overijssels, Sallands, Twents. Het dialect wordt ook als een onveranderlijke taal gezien, die veel van zijn oorsprong bewaard zou hebben. Harrie Scholtmeijer, dialectonderzoeker laat tijdens deze lezing zien dat op deze opvattingen wel wat af te dingen is.
Harrie Scholtmeijer groeide op in Emmeloord en Vollenhove. Hij was redacteur van het Woordenboek van de Overijsselse dialecten en het Woordenboek van de Gelderse dialecten. Momenteel is hij streektaalonderzoeker aan de Overijsselacademie te Zwolle.